Een opmerkelijk artikel siert de krant De Standaard van vrijdag 13 oktober (DS2, p.7) en de website. Het NGI heeft in de rubriek de wetenschapswinkel antwoord gegeven op volgende lezersvraag: “De Mont Blanc is gekrompen, maar hoe meten ze dat eigenlijk?”.

In het artikel worden de uitdagende aspecten van de berekening van de hoogte van de Mont Blanc, de hoogste berg van West-Europa, belicht. Volgens Franse onderzoekers is de berg op twee jaar tijd 2,22 meter gekrompen en is hij nu nog 4.805,59 meter hoog. De reden hiervoor is dat er minder ijs op de top ligt. Maar hoe wordt deze hoogte eigenlijk nauwkeurig gemeten?

Jeffrey Verbeurgt, geodesist bij het NGI, legt in het artikel geschreven door Tomas Van Dijk uit dat een hoogtemeting een combinatie van satelliettechnologie en geodesie vereist. Die geodetische berekeningen kunnen enkel worden uitgevoerd dankzij data van duizenden referentiestations die vrijwillig worden uitgebaat door overheden en onderzoeksinstituten.

Geodesie is de basis van veel toepassingen die de maatschappij vormgeven en een van de prioriteiten van het expertencomité van de VN voor het beheer van wereldwijde geospatiale informatie (UN-GGIM). Via het Subcommittee on Geodesy wordt namelijk gewerkt aan de ontwikkeling van het globaal geodetisch referentieframe (GGRF) en het versterken van wereldwijde samenwerking en de geodetische capaciteiten van de lidstaten. In maart 2023 is in Bonn het nieuwe Mondiaal Expertisecentrum voor Geodesie (UN-GGCE) opgericht, waaraan het NGI expertise levert. Dat is een belangrijke stap naar een beter beheer van geografische informatie ten behoeve van duurzame ontwikkeling. Het NGI speelt als medevoorzitter van het expertencomité UN-GGIM sinds 2020 hierin een belangrijke rol.

 

alt="Mont Blanc"